The latter shall involve the living conditions and structure of the rural population, employment and income from farm activities or off-farm activities, agricultural structures, agricultural commodities, quality, competitiveness, forest resources and environment.
Deze laatste vragen hebben onder meer betrekking op de levensomstandigheden en op de structuur van de plattelandsbevolking, op de werkgelegenheid en de inkomsten uit activiteiten op en buiten landbouwbedrijven, op de landbouwstructuur, de landbouwproducten, kwaliteitsaspecten, het concurrentievermogen, de bosbestanden en op het milieu.