1.3.1. If towed vehicles are equipped with energy storage devices (energy reservoirs), they shall be such that, after eight full-stroke actuations of the tractor's service braking system, the energy level supplied to the operating members using the energy, does not fall below a level equivalent to one-half of the figure obtained at the first brake application and without actuating either the automatic or the parking braking system of the towed vehicle.
1.3.1. Indien getrokken voertuigen zijn uitgerust met energieopslagvoorzieningen (energiereservoirs), moeten die zodanig zijn uitgevoerd dat, nadat het bedieningsorgaan van het bedrijfsremsysteem van de trekker achtmaal achtereen volledig is ingedrukt, de energietoevoer aan de werkende delen die de energie gebruiken, niet daalt tot onder een niveau gelijk aan de helft van de waarde verkregen bij de eerste keer remmen en zonder inwerkingstelling van het automatische of het parkeerremsysteem van het getrokken voertuig.