In that connection the General Court: (1) found, incorrectly, that the fact that the m
easure which has an adverse effect on the individual members of the applicant assoc
iation also affects other does not preclude those members from being individually concerned; (2) found, incorrectly, that only the relevant members had claimed to be in competition with the recipients of the aid; and (3) thereby failed, incorrectly, to accord weight to the specific calculations which the appellants had submitted showing that the
...[+++]aid would inevitably have an adverse effect on their market position; and (4) in addition to the error referred to in (1), incorrectly failed to see that the measure having an adverse effect is not the same for all operators; (5) incorrectly assumed that the appellants must provide proof of loss of income which has already occurred in order to have standing to bring proceedings; (6) incorrectly dismissed claims of adverse effect on the basis of other, undocumented causes of the adverse effect; and (7) ruled out the possibility of easing the requirements for having standing on the ground that the Commission’s decision to allow the aid under Article 107(3)(c) had not been dealt with administratively on its merits.In dit verband heeft het Gerecht (1) ten onrechte geoordeeld dat het feit dat het mechanisme waardoor de specifieke leden van rekwirante worden geraakt, ook derden raakt, uitsluit dat deze leden individueel worden geraakt, en (2) ten onrechte vastgesteld dat de betrokken leden enkel hebben aangevoerd dat zij in concurrentie stonden met de ontvangers van de steun (3) Aldus heeft het Gerecht ten onrechte geen rekening gehouden met de concrete gegevens die rekwirantes leden hebben verstrekt en waaruit blijkt dat de steun onvermijdelijk een negatieve invloed op hun marktpositie zal hebben (
4) Los van de grief onder punt 1 heeft het Gerecht o
...[+++]ok ten onrechte geen rekening gehouden met het feit dat het mechanisme dat aanzienlijke negatieve gevolgen heeft, niet voor alle aanbieders gelijk is. Bovendien heeft het Gerecht (5) ten onrechte geoordeeld dat de leden van rekwirante een reeds vastgestelde omzetdaling dienden aan te tonen om procesbevoegdheid te kunnen hebben, (6) ten onrechte het bestaan van negatieve gevolgen verworpen onder verwijzing naar andere, niet nader onderbouwde hypothetische oorzaken die deze gevolgen zouden verklaren, en (7) geen rekening gehouden met het feit dat de voorwaarden om beroep te kunnen instellen moeten worden versoepeld, aangezien het besluit van de Commissie om de steunmaatregel toe te staan op grond van artikel 107, lid 3, sub c, VWEU, niet op een werkelijk administratief onderzoek berust.