32. Considers that the purpose of the Court of Auditors' audit was to give an answer to two questions: firstly, were adequate policies and procedures in place, and secondly, were those policies and procedures adequately implemented; notes, furthermore, that the Court based its work on the definition of conflict of interest as provided for in the Organi
sation for Economic Co-operation and Development (OECD) guidelines, and that the reference framework for minimum requirements adopted by the Court was also derived from those guidelines; stresses however that, although the OECD guidelines offer an international benchmark on this matter, t
...[+++]hey basically relate to conflicts of interests in the framework of public sector employees and cannot, therefore, provide an adequate basis for an effective response in the case of potential conflicts of interests among the governing bodies and other bodies involved inthe agencies' work, such as management boards and expert panels; nevertheless recognises the value of the OECD's toolkit, and especially the checklist for gifts and benefits, etc., as well as the recommendations made concerning penalties, the need to check the completeness and content of statements of interests and the requirement to harness expertise and identify potential conflicts of interest; 32. stelt vast dat de Rekenkamer met haar controle twee vragen wilde beantwoorden: ten eerste of de bestaande beleidslijnen en procedures adequaat zijn, en ten tweede of de tenuitvoerlegging daarvan correct heeft plaatsgevonden; merkt verder op dat de definitie van belangenconflict zoals opgenomen in de richtsnoeren van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) als uitgangspunt diende voor deze controle van de Rekenkamer en dat het referentiekader voor minimumeisen ook was afgeleid van de richtsnoeren van de OESO; onderstreept echter dat de OESO-richtsnoeren weliswaar een internationale standaard op dit gebied zijn maar voornamelijk van toepassing zijn op belangenconflicten van personeelsleden van overheidsinstan
...[+++]ties en om die reden geen geschikte grondslag kunnen vormen voor een effectief antwoord op mogelijke belangenconflicten binnen besturen en andere organen die betrokken zijn bij de werkzaamheden van agentschappen, zoals raden van bestuur, panels van deskundigen; erkent niettemin de waarde van het OECD-instrumentarium en met name de checklist voor geschenken en voordelen, enz., alsmede de aanbevelingen met betrekking tot sancties, de noodzaak om de volledigheid en inhoud van de belangenverklaringen te controleren, om expertise te gebruiken en mogelijke belangenconflicten te onderkennen;