20. Believes that the Commission should assess how society is likely to be affected by new forms of mobility based on the sharing-economy model, including ride-sharing; takes the view that, at national level, Member States should pursue the concept of a ‘shareable city’, where mobility and transport are concerned, since this could benefit citizens, especially in small and medium-sized towns and cities, where the public transport network is smaller, and might make it possible to develop peer-to-peer mobility solutions;
20. vindt het belangrijk dat de Commissie nagaat welke effecten nieuwe, van het model van de deeleconomie uitgaande vormen van mobiliteit, en in het bijzonder autodelen (ride-sharing), op de samenleving hebben; is van mening dat op nationaal niveau de lidstaten het begrip "deelbare stad" moeten ontwikkelen wat mobiliteit en vervoer betreft, omdat dit voordelen voor de burger kan opleveren, met name in kleine en middelgrote steden, waar het openbaarvervoersnet kleiner is, aangezien er mobiliteitsoplossingen tussen particulieren kunnen worden ontwikkeld;