2 (a) In exceptional situations where it is not reasonably practicable, by technical measures or organization of work, to reduce daily personal noise exposure to below 90 dB (A) or to ensure that the personal ear protectors provided for in Article 6 of this Directive are suitable and adequate within the meaning of the second subparagraph of Article 6 (3), the Member States may grant derogations from this provision for limited periods, such derogations being renewable.
2. a) In uitzonderingssituaties waarin het redelijkerwijs niet haalbaar is om door technische of organisatorische maatregelen de dagelijkse persoonlijke blootstelling aan geluid tot minder dan 90 dB (A) terug te brengen en te waarborgen dat de in artikel 6 bedoelde persoonlijke gehoorbeschermingsmiddelen passend en adequaat in de zin van lid 3, tweede alinea, van dat artikel zijn, kunnen de Lid-Staten afwijkingen van deze bepaling toestaan voor perioden van beperkte duur; de geldigheidsduur van die afwijkingen kan worden verlengd.