10. Calls for the establishment of a regular, critical evaluation mechanism involving Parliament, the Committee of the Regions and the European Economic and Social
Committee, based on precise indicators at national and European level, which will make it possible to evaluate the multiple dimensions of poverty and measure the Member States' progress – bearing in mind the gender and age distribution of poverty – towards achieving the poverty reduction target and breaking it down into sub-targets, insofar as the lack of a detailed definition of poverty leaves the Member States too much leeway, giving rise to a risk of aberrant interpretation
...[+++]s; calls on the Commission to improve national and European indicators as regards the comparability of national statistics on poverty among vulnerable groups, and to promote, in conjunction with Eurostat, the compilation of more detailed statistics as part of a comprehensive scoreboard on poverty and social exclusion which will make it possible, inter alia, to track the number of people receiving less than 50% or 40%, respectively, of the median income, and to use this as a basis for conducting an annual evaluation of poverty situations in the EU, supplementing the statistical approach with a qualitative and participatory approach; calls on the Commission to ensure that the policies implemented are beneficial to all and not just to those close to the poverty threshold; 10. verzoekt om de instelling van een mechanisme voor kritische en regelmatige evaluatie, waarbij het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité worden betrokken, uitgaande van d
uidelijk omschreven indicatoren op nationaal en Europees niveau, waarmee de vele aspecten van armoede kunnen worden geëvalueerd en de vooruitgang kan worden gemeten die wordt geboekt door de lidstaten met betrekking tot het halen van de doelstelling de armoede terug te dringen en de omzetting hiervan in subdoelstellingen door de lidstaten, die rekening houdt met de onderverdeling naar geslacht en leeftijd, aangezien
...[+++] er door het ontbreken van een precieze definitie van armoede te veel speelruimte is voor de lidstaten waardoor een risico bestaat op afwijkende interpretaties; verzoekt de Commissie om de verbetering van de nationale en Europese indicatoren met betrekking tot de onderlinge vergelijkbaarheid van nationale statistieken inzake armoede bij kwetsbare personen, en om in samenwerking met Eurostat het produceren van preciezere en regelmatiger statistieken aan te moedigen in het kader van een volledig scorebord over armoede en sociale uitsluiting, aan de hand waarvan met name kan worden afgelezen hoeveel mensen met minder dan 50% en 40% van het mediaan inkomen moeten leven, en op basis daarvan jaarlijks te evalueren hoe het er met de armoede binnen de EU voorstaat, waarbij de statistische benadering aangevuld zou moeten worden met een kwalitatieve en participatieve benadering; vraagt de Commissie ervoor te zorgen dat het ten uitvoer gelegde beleid aan iedereen ten goede komt en niet alleen aan hen die in de buurt van de armoedegrens leven;