I had always thought that the problems of banking secrecy, letter-box companies and tax havens were confined to Luxembourg, Austria and the Swiss cantons Zug and Schwyz, but it now emerges that thousands of billions of Parmalat’s property was kept in the Netherlands with the help of 181 trust offices, five private companies and one foundation.
Wat mij nu het meest verontrust is dat Europese staten aan bedrijven de gelegenheid bieden om door andere staten gestelde regels te omzeilen. Ik dacht altijd dat problemen met bankgeheim, brievenbusondernemingen en belastingparadijzen beperkt waren tot Luxemburg, Oostenrijk en de Zwitserse kantons Zug en Schwyz, maar het blijkt nu dat Parmalat via 181 trustkantoren, vijf besloten vennootschappen en een stichting miljarden van zijn bezittingen in Nederland had ondergebracht.