- those aiming to limit the competence of a state to manage passenger road transport on its territory, particularly in defence of this public service (not to be confused with the so-called ‘public interest service’ which is privately owned, but financed with public funds);
- de punten die erop gericht zijn om de bevoegdheid van een staat te beperken inzake het beheer van het passagiervervoer op de weg op zijn grondgebied, vooral ter bescherming van zijn openbare dienst (die niet mag worden verward met de zogenaamde “diensten van openbaar belang” die in particuliere hand zijn, maar met openbare middelen worden gefinancierd);