5. Stresses that Member States are still in charge of key elements of social policy such as taxes, social welfare programmes, some labour regulation, healthcare and education; considers it essential that social policies respond to national, regional and local circumstances and particularly conditions in individual Member States;
5. benadrukt dat de lidstaten het nog altijd voor het zeggen hebben waar het centrale elementen van het sociaal beleid betreft, zoals belastingen, socialebijstandprogramma's, bepaalde onderdelen van het arbeidsrecht, gezondheidszorg en onderwijs; acht het van essentieel belang dat sociaal beleid is afgestemd op nationale, regionale en lokale omstandigheden en met name de situatie in afzonderlijke lidstaten;