1. Each Member State shall recognise evidence of training g
iving access to the professional activities of general practitioner and
specialised doctor, nurse responsible for gene
ral care, dental practitioner, veterinary surgeon, pharmacist and architect, listed in Annex V, points 5.1.2, 5.1.3, 5.2.3, 5.3.3, 5.4.3, 5.6.4 and 5.7.2 respectively, which satisfy the minimum training conditions referred to in Articles 22, 23, 29, 32, 35, 40 and 42 respectivel
...[+++]y and shall, for the purposes of access to and pursuit of the professional activities, give such evidence the same effect on its territory as the evidence of formal training which it itself issues.1. Elke lidstaat erkent de opleidingstitels van artsen, welk
e toegang geven tot de beroepswerkzaamheden van basisarts en specialist, alsmede die van verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers, beoefenaars der tandheelkunde, dierenartsen, apothekers en architecten, zoals bedoeld in bijlage V, punten 5.1.2, 5.1.3, 5.2.3, 5.3.3, 5.4.3, 5.6.4 en 5.7.2 respectievelijk, die voldoen aan de minimumopleidingseisen van respectievelijk de artikelen 22, 23, 29, 32, 35, 40 en 42, door daaraan op zijn grondgebied wat de toegang tot en uitoefening van de betrokken beroepswerkzaamheden betreft hetzelfde rechtsgevolg toe te kennen als aan de door hem afg
...[+++]egeven opleidingstitels.