23. Points out that the quality of care should be ensured in order to improve the quality of old age and also in order to avoid th
e physical, sexual, psychological and economic abuse that is often inflicted on the elderly; emphasises that people living in public and private institutions for elderly care should have the right to participate in the decision-making of these institutions through board and administration structures; considers that Member States should ensure that those employed as carers of older people in the public and private sectors receive continuous training and regular
evaluation ...[+++] of their performances and that a greater economic value be given to their work, including pay, insurance, and working conditions; 23. wijst erop dat de kwaliteit van de zorg gegarandeerd moet zijn om de levenskwaliteit van ouderen te verbeteren en om de fysieke, seks
uele, psychische en economische misère, waar veel ouderen het slachtoffer van worden, te voorkomen; wijst erop dat mensen die in publieke en private instellingen voor ouderenzorg wonen het recht zouden moeten hebben via bestuurs- en administratieve constructies deel te nemen aan de besluitvorming van deze instellingen; is van oordeel dat de lidstaten moeten zorgen voor permanente scholing en regelmatige beoordeling van de arbeidsresultaten van de publieke en private ouderenzorgverleners en dat aan hun
...[+++] werkzaamheden een grotere economische waarde wordt toegekend, met inbegrip van beloning, verzekering en arbeidsomstandigheden;