4. If no notification is made in accordance with point (a) of paragraph 1 and paragraph 2, carriers, terminal managing bodies, travel agents and tour operators shall make every reasonable effort to ensure that the assistance is provided in such a way that the disabled person or person with reduced mobility is able to board the departing service, to change to the corresponding service or to alight from the arriving service for which he has purchased a ticket.
4. Bij gebreke van kennisgeving overeenkomstig lid 1, onder a), en lid 2, doen de vervoerder, de terminalbeheerder, de reisagent en de touroperator alle redelijke inspanningen om op zodanige wijze bijstand te laten verlenen dat de persoon met een handicap of persoon met beperkte mobiliteit die een vervoerbewijs heeft gekocht, bij vertrek kan instappen, op een aansluitende dienst kan overstappen, en bij aankomst kan uitstappen.