Member States shall ensure that information received under Article 52(3), Article 53(2) and Article 56 and information obtained by means of an on-the-spot check or inspection referred to in Article 52(1) and (2) shall not be disclosed under Article 59 save with the express consent of the competent authorities which disclosed the information or of the competent authorities of the Member State in which such an on-the-spot check or inspection was carried out.
De lidstaten zorgen ervoor dat de informatie die op grond van artikel 52, lid 4, artikel 53, lid 2, en artikel 56 zijn ontvangen, en die welke zijn verkregen naar aanleiding van in artikel 52, leden 1 en 2, bedoelde controles ter plaatse en inspecties, in geen enkel geval op grond van artikel 59 worden medegedeeld, tenzij met de uitdrukkelijke instemming van de bevoegde autoriteiten die de informatie hebben meegedeeld of van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de controle ter plaatse of inspectie is verricht.