15. Stresses the need to establish greater clarity on the criteria for the appointment and evalu
ation of EU Special Representatives (EUSRs), bearing in mind also the need for sufficient representation of both genders; recalls that at present Parliament has no means of challenging a
n EUSR's individual mandate, since appropriations for the exercise of such a mandate are included in Article 19 03 06, which covers all EUSR mandates; calls, therefore, for increased parliamentary scrutiny of, and control over, EUSR appointments and mandat
...[+++]es; considers that relevant EUSRs should gradually be phased out and their functions carried out by country-based EU Heads of Delegation while EUSRs with regional responsibilities must coordinate and provide political guidance to EU Heads of Delegation under the authority of the Vice-President/High Representative in the countries concerned in order to ensure coherent and consistent European external action; points out that double-hatting is, in this respect, the first – but not the only – step that needs to be taken in order to create economies of scale and make the CFSP more efficient; calls on the Vice-President/High Representative to take steps with a view to entrusting EUSRs with the task of coordinating and providing political guidance also with regard to CSDP missions within their remit; 15. wijst er met nadruk op dat er meer duidelijkheid moet worden gebracht in de criteria voor de benoeming en beoordeling van de speciale vertegenwoordigers van de EU (SVEU), waarbij ook bedacht moet worden dat het noodzakelijk is dat zowel mannen als vrouwen voldoende vertegenwoordigd zijn; wijst er dan ook op dat het Parlement momenteel geen middelen heeft om de taakomschrijving van een SVEU aan te vechten, daar de kredieten voor de waarneming van een dergelijke taak deel uitmaken van artikel 19 03 06, waaruit alle SVEU-functies worden betaald; dringt dan ook aan op meer parlementair onderzoek naar en toezicht op
de benoeming en het mandaat van SVEU's; is van ...[+++] mening dat de ter zake bevoegde SVEU de taken van de hoofden van de in de betrokken landen gevestigde EU-delegaties geleidelijk moeten overnemen en gaan uitvoeren, terwijl SVEU met regionale verantwoordelijkheden politieke richtsnoeren moeten coördineren en onder het gezag van de vice-voorzitter/hoge vertegenwoordiger verstrekken aan de hoofden van de EU-delegaties in de betrokken landen ter waarborging van de coherentie en consistentie van het externe optreden van de EU; verzoekt de vice-voorzitter/hoge vertegenwoordiger stappen te ondernemen om de SVEU op te dragen tevens politieke richtsnoeren te coördineren en te verstrekken met betrekking tot de onder hun verantwoordelijkheid vallende GVDB-missies;