When, in the course of a sea operation, the participating units have reason to believe that they are facing a phase of uncertainty, alert or distress as regards a vessel or any person on board, they shall promptly transmit all available information to the Rescue Coordination Centre responsible for the search and rescue region in which the situation occurs and they shall place themselves at the disposal of that Rescue Coordination Centre.
Wanneer de deelnemende eenheden in de loop van een operatie op zee reden hebben om aan te nemen dat zij met betrekking tot een vaartuig of een opvarende daarvan met een onzekerheids-, alarmerings- of noodfase worden geconfronteerd, zenden zij meteen alle beschikbare informatie door naar het reddingscoördinatiecentrum dat bevoegd is voor het opsporings- en reddingsgebied waarin de situatie zich voordoet, en stellen zij zich ter beschikking van dat reddingscoördinatiecentrum.