While decisions on national public expenditure, including the use of revenues generated under this Directive, are, in line with the principle of subsidiarity, a matter for Member States, the additional revenue generated from external-cost charges, or the equivalent in financial value of these revenues, in accordance with the transport policy objectives of this Directive, should be used to benefit the transport sector and to promote sustainable mobility in general.
Besluiten over nationale overheidsuitgaven, zoals het gebruik van inkomsten die met deze richtlijn worden gegenereerd, zijn overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel een zaak van de lidstaten, maar de extra inkomsten uit externekostenheffingen, of het equivalent ervan in financiële waarde moeten, overeenkomstig de doelstellingen inzake vervoersbeleid van deze richtlijn, worden gebruikt ten voordele van de vervoerssector en ter bevordering van de duurzame mobiliteit in het algemeen.