– having regard to the Constitution of the Federal Republic of Nigeria adopted on 29 May 1999, and in particular the provisions of Chapter IV on the protection of fundamental rights, including the right to life, the right to a fair hearing, the right to the dignity of human persons, and the protection of freedom of expression, freedom of the press, freedom of thought, freedom of conscience and freedom of religion,
– gezien de op 29 mei 1999 aangenomen grondwet van de Federale Republiek Nigeria, en met name de bepalingen in hoofdstuk IV inzake de bescherming van de grondrechten, waaronder het recht op leven, op een eerlijk proces en op menselijke waardigheid, en inzake de bescherming van de vrijheid van meningsuiting, media, gedachte, geweten en godsdienst,