First plea in law, alleging that the Civil Service Tribunal erroneously failed to examine the plea of infringement of Article 41(1) of the Charter of Fundamental Rights of the European Union, as well as the paragraph 3 of the said provision related to the right for damage compensation, namely its conditions of ‘fairness’ and ‘timeliness’ for handling the appellant's affairs in relation to a number of factual situations, although such a plea of infringement had been explicitly raised.
Eerste middel, ontleend aan het verzuim van het Gerecht voor ambtenarenzaken om de grief betreffende schending van artikel 41, lid 1 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie te onderzoeken alsmede artikel 41, lid 3, van dat Handvest betreffende het recht op schadevergoeding, namelijk de daarin opgenomen voorwaarden dat rekwirants zaken met betrekking tot een aantal feitelijk situaties „billijk en binnen een redelijke termijn” moeten worden behandeld, ofschoon die grief uitdrukkelijk was aangevoerd.