14. Stresses that towns and cities can make a key contribution, as growth centres and growth drivers, to a given region; points, at the same time, to the need for it to b
e made possible for rural settlements to participate in integrated solutions for a given functional geographical entity by means of the fostering of partnerships and networks; stresses that larger urban centres face specific challenges because of the complexity of their social, economic and environmental tasks; sees, in this context, the endogenous potential of rural and peri-urban areas as offering an opportunity for development, although not only around agglomeratio
...[+++]ns and big cities; notes, furthermore, the opportunity for the economic development of particularly disadvantaged regions through appropriate exploitation of, and support for, the endogenous potential of rural areas, including their environmental and cultural assets; considers also, in the context of structural and cohesion policy, urban-rural partnerships more in terms of providing rural areas with the same conditions for development and quality of life with regard to social and economic factors; calls on the Member States, given the dynamic influence of towns and cities on economic development in the regions and in stimulating the economy in surrounding rural areas, to guarantee the resources needed to implement the urban and sub-urban projects required; 14. benadrukt dat steden en stadsgebieden als groeicentra en groeimotoren voor een bepaalde regio een essentiële bijdrage kunnen leveren; wijst er tegelijkertijd op dat dorpen door bevordering van partnerschappen en netwerken in de gelegenheid moeten worden gesteld om mee te werken aan geïntegreerde oplossingen voor bepaalde functionele geografische entiteiten; wijst op de specifieke problemen waarmee grotere stedelijke centra te kampen hebben als gevolg van de complexiteit van hun sociale, economische en milieutaken; beschouwt het endogene potentieel van plattelands- en voorstedelijke gebieden in dit verband als een kans voor de verd
...[+++]ere ontwikkeling van deze gebieden, maar is van mening dat dit niet alleen geldt voor gebieden in de buurt van agglomeraties en grote steden; wijst voorts op de mogelijkheid om de economische ontwikkeling van bijzonder achtergestelde gebieden te bevorderen door een correct gebruik en adequate ondersteuning van het endogene potentieel van plattelandsgebieden, onder meer van hun ecologische en culturele pluspunten; is voorts in het kader van het structuur- en cohesiebeleid van mening dat partnerschappen van stedelijke en plattelandsgebieden meer moeten worden gezien vanuit het perspectief van de mogelijkheden die zij bieden om plattelandsgebieden dezelfde ontwikkelingsmogelijkheden en dezelfde levenskwaliteit te bieden, vooral in sociaal en economisch opzicht; roept de lidstaten ertoe op de dynamische invloed van steden en stadsgebieden op het economische ontwikkelingsproces in de regio's en in termen van stimulering van de economie van de omringende plattelandsgebieden te erkennen en de benodigde middelen voor de realisatie van de noodzakelijke projecten in steden en voorsteden te waarborgen;