6. Supports the adoption of the ‘home’ country principle – whereby policies written by an insurer, regard
less of location of sale, are covered by the ‘home’ IGS – recognising (a) that under Solvency II the cross-border provision of insurance services will increase, and (b) that the failure of an insurer will be linked to the inadequacy of superv
ision by the ‘home’ supervisor, so that the burden of responsibility for failure should be borne by the ‘home’ IGS, which should provide last-resort protection to consumers only when insurance
...[+++]undertakings are unable to fulfil their contractual commitments owing to insolvency; calls on the Commission to conduct an impact assessment and public consultation with stakeholders on the inclusion of life insurance as a matter of priority and on the practicality of including non-life insurance in a cross-border IGS to ensure an appropriate level of consumer protection and a level playing field between Member States; believes that a rationale should be established by the Commission and the EIOPA in order to ensure that the additional costs of an IGS are weighed against the objective of consumer protection; notes that the current EU regulation on deposit guarantee schemes and investor protection schemes covers only savings products; 6. steunt de toepassing van het thuislandbeginsel – inhoudende dat door een verzekeraar afgesloten polissen, ongeacht
de verkooplocatie, vallen onder het VGS van het thuisland – waarbij in acht moet worden genomen dat (a) onder Solvabiliteit II de grensoverschrijdende verstrekking van verzekeringsdiensten zal toenemen en (b) het tekortschieten van een verzekeraar zal worden gekoppeld aan het inadequate toezicht van de toezichthouder in het thuisland, zodat de verantwoordelijkheid voor het tekortschieten moet worden gedragen door het VGS van het thuisland, hetgeen de consument slechts ultieme bescherming biedt wanneer verzekeringsmaatscha
...[+++]ppijen wegens insolventie niet meer in staat zijn aan hun contractuele verplichtingen te voldoen; dringt bij de Commissie aan op een effectbeoordeling en openbaar overleg met de belanghebbenden over het opnemen van levensverzekeringen en over de haalbaarheid van het opnemen van schadeverzekeringen in een grensoverschrijdend VGS om te zorgen voor een passend niveau van consumentenbescherming en gelijke voorwaarden tussen de lidstaten; is van mening dat door de Commissie en de EAVB een kader moet worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de extra kosten van een VGS worden afgewogen tegen de doelstelling van consumentenbescherming; merkt op dat de bestaande EU-verordening inzake depositogarantiestelsels en de bescherming van beleggers alleen betrekking heeft op spaarproducten;