In general, identification of visible ozone injury on trees, shrubs and herbs within the LESS and for the ground vegetation within the IMP (optional) shall be carried out at least once during late summer (and in early summer if feasible) before natural leaf discoloration sets in and senescence and/or drought leads to leaf loss.
In het algemeen dient de vaststelling van de zichtbare ozonschade aan bomen, struiken en kruiden in de LESS en aan de bodemvegetatie in de IMP (facultatief) ten minste een keer in de nazomer plaats te vinden, vóór het natuurlijke verkleuren van de bladeren begint en senescentie en/of droogte leidt tot bladverlies, en voorts — voor zover mogelijk — een keer in de vroege zomer.