5. Where existing audit and control results show that the designated authority no longer fulfils the criteria referred to in paragraph 2, the Member State shall, at an appropriate level, fix, according to the severity of the problem, a period of probation, during which the necessary remedial action shall be taken.
5. Als bestaande audit- en controleresultaten aantonen dat de aangewezen autoriteit niet meer voldoet aan de criteria van lid 2, stelt de lidstaat op een passend niveau, afhankelijk van de ernst van het probleem, een proeftijd vast waarin de nodige corrigerende maatregelen zullen worden genomen.