In case of permanently connected charge cables, the requirement above is deemed to be met when use of the charge cable obviously prevents the use of the vehicle (e.g. cable is always routed over operator controls, rider’s saddle, driver’s seat, handle bar or steering wheel, or the seat covering the cable storage space needs to remain in open position).
In het geval dat de oplaadkabels permanent aangesloten zijn, wordt aan het bovengenoemde voorschrift geacht voldaan te zijn wanneer duidelijk is dat het gebruik van de oplaadkabel het gebruik van het voertuig onmogelijk maakt (bv. doordat de kabel over de bedieningsinstrumenten, het zadel of de stoel van de bestuurder of het stuur loopt, of wanneer de stoel die de ruimte afdekt waarin de kabel wordt bewaard open moet blijven staan).