Accordingly, any increase in the value of the right held by the state in the capital of EDF resulting from the contested capital contribution, assuming the increase was established — which is manifestly not the case — would have involved a prudent investor speculating about at least four key factors over which, unlike the legislator and the regulator, it had no influence or, in any event, no valid information available in 1997.
Gelet op het voorafgaande zou de eventuele uit de litigieuze kapitaalinjectie voortvloeiende waardeverhoging van het recht van de Staat in het kapitaal van EDF, in de veronderstelling dat die is vastgesteld — wat duidelijk niet het geval is — hebben geïmpliceerd dat een voorzichtige investeerder vermoedens had in verband met ten minste vier essentiële factoren waarop hij, in tegenstelling tot de wetgever en de regelgever, geen grip zou hebben gehad, en waarover in 1997 hoe dan ook geen betrouwbare informatie beschikbaar was.