It begins when the vessel is travelling at a constant speed of as near as possible to 13 km/h in relation to the water by reversing the engines from ‘ahead’ to ‘astern’ (point A of the order ‘stop’) and is completed when the vessel is stationary in relation to the ground (point E: v = 0 in relation to the ground or point D: = point E: v = 0 in relation to the water and in relation to the ground if the stopping manoeuvre is carried out in standing water).
Het stopmanoeuvre begint wanneer het schip met een constante snelheid vaart die zo dicht mogelijk ligt bij 13 km/u ten opzichte van het water door de draaizin van de motoren om te keren van "vooruit" in "achteruit" (punt A van de instructie "stop") en is voltooid wanneer het schip stilligt ten opzichte van de grond (punt E: v = 0 ten opzichte van de grond of punt D: = punt E: v = 0 ten opzichte van het water en ten opzichte van de grond als het stopmanoeuvre uitgevoerd wordt in stilstaand water).