1. Feed processing and storage facilities, equipment, containers, crates, vehicles and their immediate surroundings shall be kept clean, and effective pest control programmes shall be implemented.
1. Ruimten voor de verwerking en de opslag van diervoeders, uitrusting, recipiënten, kisten, voertuigen en de onmiddellijke omgeving daarvan moeten schoon zijn en er moeten doeltreffende programma's voor de bestrijding van schadelijke organismen worden toegepast.