For this reason, the Commission has insisted that, under the agreement between the Land of Berlin and the bank of 26 December 2002 on the treatment of any claims to repayment brought by the Land arising out of a Commission decision in aid case C 48/2002, the amount of any repayment claim will be left in the bank in the form of a deposit only as far as is necessary to attain a core‐capital ratio of 6 % (or a total capital ratio of 9,7 %, as already acknowledged in the decision on the rescue aid) on the basis of the 2002 annual accounts.
Om deze reden heeft de Commissie erop gewezen dat conform de overeenkomst tussen de deelstaat Berlijn en de bank van 26 december 2002 inzake de behandeling van eventuele terugbetalingsaanspraken van de deelstaat die voortvloeien uit een beschikking van de Commissie in de procedure betreffende steunmaatregel C 48/02, het eventueel terug te vorderen bedrag slechts in de vorm van een k
apitaalinbreng behouden blijft voor de bank, voorzover dit noodzakelijk is om een ratio van het kernvermogen van 6 % (resp. een ratio van het totale vermogen van 9,7 %, die al in de beschikking over de reddingssteun werd aanvaard) op basis van de jaarrekening
...[+++]2002 te bereiken.