Given the considerable efforts necessary to combat climate change and to adapt to its inevitable effects, it is appropriate that at least 50 % of the proceeds from the auctioning of allowances should be used to reduce greenhouse gas emissions, to adapt to the impacts of climate change, to fund research and development for reducing emissions and adaptation, to develop re
newable energies to meet the Union’s commitment to using 20 % renewable energies by 2020, to meet the commitment of the Community to increase energy efficiency by 20 % by 2020, to provide for the environmentally safe capture and geological storage of greenhouse gases, to c
...[+++]ontribute to the Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund and to the Adaptation Fund as made operational by the Poznan Conference on Climate Change (COP 14 and COP/MOP 4), to provide for measures to avoid deforestation and facilitate adaptation in developing countries, and to address social aspects such as possible increases in electricity prices in lower and middle income households.Gezien de forse ins
panningen die nodig zijn ter bestrijding van de klimaatverandering en de aanpassing aan de onvermijdelijke effecten daarvan, zou ten minste 50 % van de opbrengsten van de veiling
van emissierechten moeten worden gebruikt voor de beperking van de emissie van broeikasgassen, voor de aanpassing aan de effecten van klimaatverandering, voor de financiering van onderzoek en ontwikkeling voor emissiebeperking en aanpassing, voor de ontwikkeling van duurzame energie om te voldoen aan de toezegging van de Unie om tegen 2020
...[+++]20 % duurzame energie te gebruiken, om te voldoen aan de toezegging van de Gemeenschap om de energie-efficiëntie tegen 2020 met 20 % op te voeren, om te voorzien in het milieutechnisch veilig afvangen en de geologische opslag van broeikasgassen, om bij te dragen tot het Wereldfonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie en tot het Aanpassingsfonds, dat operationeel werd gemaakt door de Conferentie inzake klimaatverandering van Poznan (COP 14 en COP/MOP 4), om te voorzien in maatregelen om ontbossing te voorkomen en aanpassing in ontwikkelingslanden te vergemakkelijken, en voor de aanpak van maatschappelijke aspecten zoals een mogelijke stijging van de elektriciteitsprijzen in huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen.