(q) 'starch‑rich crops' means crops comprising mainly cereals (regardless of whether only the grains are used, or the whole plant, such as in the case of green maize, is used), tubers and root crops (such as potatoes, Jerusalem artichokes, sweet potatoes, cassava and yams), and corm crops (such as taro and cocoyam);
(q) "zetmeelrijke gewassen": gewassen die hoofdzakelijk granen bevatten (ongeacht of enkel de granen dan wel de volledige plant worden gebruikt, zoals in het geval van snijmaïs), knollen en wortelgewassen (zoals aardappelen, aardperen, zoete aardappelen, cassave en yamswortelen) en stengelknolgewassen (zoals taro en cocoyam);