100. Considers that the portal should also be designed for use as a tool by judges, court officials, officials of the national Ministries of Justice and practising lawyers, all of whom would be entitled to secure access to the relevant part of the portal; calls on this part of the portal to permit secure communication, video-conferencing and document exchange between courts and between courts and parties to proceedings (dematerialisation of proceedings), to allow for verification of electronic signatures and make provision for appropriate verification systems, and to afford a means of exchanging information;
100. is van oordeel dat het portaal zodanig moet worden ontworpen dat het ook als instrument kan worden gebruikt door rechters, ambtenaren van het gerechtelijk apparaat, ambtenaren van de nationale ministeries van justitie en praktiserende advocaten, die allen ook beveiligde toegang tot het relevante gedeelte van het portaal moeten kunnen hebben; dringt erop aan dat dit gedeelte van het portaal beveiligde communicatie, videoconferenties en de uitwisseling van documenten tussen rechtbanken en tussen rechtbanken en bij de procedures betrokken partijen (dematerialisering van procedures), alsook de verificatie van elektronische handtekeningen mogelijk maakt, en voorziet in adequate verificatiesystemen en middelen van informatie-uitwisseling;