extends the scope of the Directive to road transp
ort operators using vehicles with maximum authorised weights (MAWs) exceeding 3,5 tonnes, subject to a specific derogation for undertakings using vehicles
with MAWs between 3,5 and 6 tonnes for local, short-distance haulage; lays
down more stringent requirements with regard to good repute, namely that this condition is not or is no longer satisfied, in particular, where the operator has been convicted of serious offences against certain rules
...[+++]relating to transport, including offences relating to rules for the protection of the environment and other rules concerning professional liability; increases the amounts which must be available to the undertaking to fulfil the requirements relating to financial standing: the undertaking must have available capital and reserves of at least ECU 9 000 when only one vehicle is used and ECU 5 000 for each additional vehicle, existing undertakings must fulfil the requirement of financial standing two years after the deadline for the implementation of the Directive; makes provision for a more detailed examination procedure and the updating and extension of the list of examination subjects, introduces a harmonised minimum level of knowledge required in each subject and retains different examinations depending on whether the applicant wishes to carry out national or international transport operations; retains the measure laid down by Directive 96/26/EC on permanent exemption from examination for applicants who provide proof of at least five years' practical experience, but adds the condition that applicants may be subject to a test, the arrangements for which shall be determined by the Member States in accordance with the list set out in the Directive; as a transitional measure, allows a Member State to require any natural person who holds a certificate of professional competence issued by another Member State when the holder was normally resident in the first Member State to p ...uitbreiding van het toepassingsgebied van de richtlijn tot goederenvervoerders die gebruik maken van voertuigen met een maximaal toegestaan gewicht (MTG) van meer dan 3,5 ton, onder voorbehoud van een bijzondere afwijking voor ondernemingen die voor zuiver lokaal goederenvervoer over korte afstand gebruik maken van voertuigen met een MTG tussen 3,5 en 6 ton; strengere eisen op het gebied van betrouwbaarheid, in die zin dat aan de betrouwbaarheidsvoorwaarde niet of niet langer wordt voldaan met name wanneer de vervoerder veroordeeld is voor ernstige inbreuken op sommige voorschriften met betrekking tot het vervoer, met inbegrip van inbreuken op de regels met betrekking tot de bescherming van het milieu en de beroepsaansprakelijkheid; een
...[+++] verhoging van de bedragen waarover de onderneming moet beschikken om te voldoen aan de voorwaarde van financiële draagkracht: de onderneming dient namelijk te beschikken over een kapitaal en reserves waarvan de waarde tenminste gelijk is aan 9000 ecu wanneer slechts één voertuig wordt gebruikt en 5000 ecu voor ieder volgend voertuig. De bestaande ondernemingen dienen twee jaar na de uiterste datum voor de toepassing van de richtlijn te voldoen aan de nieuwe voorwaarde van financiële draagkracht; een uitgebreidere examenprocedure, een bijwerking en uitbreiding van de lijst van de examenonderwerpen en de invoering van een geharmoniseerd minimumniveau van de voor elk onderwerp vereiste kennis, alsmede de handhaving van verschillende examens, naargelang de kandidaat nationaal, dan wel internationaal vervoer wenst te verrichten; behoud van de bepaling van Richtlijn 92/26/EG betreffende de permanente vrijstelling van het examen voor kandidaten die kunnen aantonen minstens vijf jaar praktijkervaring te hebben, met dien verstande dat daaraan als voorwaarde wordt toegevoegd dat die kandidaten zich onderwerpen aan een controleproef waarvan de inhoud wordt vastgesteld door de lidstaten volgens een opgenomen lijst in de richtlijn; de l ...