It follows from the judgment of the Court of First Instance in Case T-33/01, Infront WM v Commission, that the declaration that measures taken pursuant to Article 3a(1) of Directive 89/552/EEC are compatible with Community law constitutes a decision within the meaning of Article 249 of the EC Treaty, which must therefore be adopted by the Commission.
Uit het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van het Hof van Justitie in zaak T-33/01, Infront WM tegen de Commissie, volgt dat de verklaring dat maatregelen die zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht, een besluit vormt in de zin van artikel 249 van het EG-Verdrag, dat derhalve door de Commissie moet worden genomen.