2. Where there are two or more rudder-propeller, water-jet or cycloidal-propeller installations that are independent of each other the second actuation system is not necessary if the vessel retains the manoeuvrability required by Chapter 5 if one of the systems fails.
2. Indien twee of meer van elkaar onafhankelijke roerpropeller-, waterstraal- of cycloïdaalschroefinstallaties aanwezig zijn, is het tweede besturingssysteem niet vereist indien het schip bij het uitvallen van één van deze installaties manoeuvreerbaar blijft overeenkomstig hoofdstuk 5.