E. whereas the enforceable right to housing is a fundamental right for every individual and a condition for access to social existence, private life and family life and the ability to look after oneself, to rest, to find a job, to have a bank account or to vote in elections; whereas housing is therefore fundamental to the actual exercise of all other fundamental rights;
E. overwegende dat het afdwingbare recht op huisvesting een grondrecht is voor ieder individu en de voorwaarde voor deelname aan het maatschappelijk verkeer, een privéleven en een gezinsleven, algeheel welbevinden, ontspanning, werk, een bankrekening en deelname aan verkiezingen; overwegende dat huisvesting derhalve van fundamenteel belang is voor daadwerkelijke uitoefening van alle andere grondrechten;