(d) the use on board vessels of countries other than Member States of the patented invention, in the body of the vessel, in the machinery, tackle, gear and other accessories, when such vessels temporarily or accidentally enter the waters of Member States, provided that the invention is used there exclusively for the needs of the vessel;
d) het gebruik, aan boord van schepen van niet-lidstaten, van het voorwerp van de geoctrooieerde uitvinding in het schip zelf, de machines, het scheepswant, de tuigage en andere bijbehorende zaken, wanneer die schepen zich tijdelijk of bij toeval in de wateren van de lidstaten begeven, mits dit gebruik uitsluitend ten behoeve van het schip plaatsvindt.