(e) choice of breeds having regard to the capacity of animals to adapt to local conditions, their vitality and their resistance to disease or health problems; the practice of site-adapted and land-related livestock production; the application of animal husbandry practices, which enhance the immune system and strengthen the natural defence against diseases, in particular including regular exercise and access to open air areas and pastureland, where appropriate;
(e) kiezen van rassen rekening houdend met het vermogen van de dieren om zich aan de plaatselijke omstandigheden aan te passen, met hun levenskracht en met hun resistentie tegen ziekten en andere gezondheidsproblemen; beoefenen van een aan de locatie aangepaste en grondgebonden dierhouderij; gebruiken van dierhouderijpraktijken die het immuunsysteem versterken en de natuurlijke weerstand tegen ziekten verhogen, met name door geregelde beweging en toegang tot openluchtruimten en tot weidegrond, in voorkomend geval;