C. Calls on Member States to carry out an assessment of the implementation of this Resolution in practice and instructs the appropriate bodies to report to it by the end of 1996 at the latest". 13. Monitoring the implementation of decisions taken by the
Council concerning admission of third-country nationals "THE COUNCIL OF THE EUROPEAN UNION, Having regard to Article K.3(2)(a) of the Treaty on European Union, Having regard to the priority work programme adopted by the Council on 30 November 1993 in Brussels, calling in particular for the preparation of an annual report on achievements in the field of justice and home affairs, Whereas Ar
...[+++]ticle K.1(3)(a) of the Treaty on European Union states that Member States shall regard conditions of entry by nationals of third countries on the territory of Member States as a matter of common interest; Whereas the texts adopted by the Council concerning the admission of third-country nationals [3] express a common political will; Whereas monitoring of the implementation of the provisions contained in these texts will reveal the practical effect of the Council's work in this matter and provide useful lessons for its future work; Whereas Member States consequently intend to agree on practical arrangements for such monitoring, HAS DECIDED AS FOLLOWS: I. Preparation of a questionnaire Each year, the Presidency shall forward to the Member States a questionnaire designed to show how they have implemented the Resolutions and acts already adopted by the Council concerning the admission of third-country nationals.13. Het volgen van de toepassing van de besluiten van de Raad op het gebied van de toelating van onderdanen van derde landen "DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel K.3, lid 2, onder a), gezien het door de Raad op
30 november 1993 te Brussel aangenomen prioritair werkprogramma, waarin met name wordt verzocht om jaarlijks een verslag op te stellen over hetgeen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken is bereikt, overwegende dat, volgens artikel K.1, punt 3), onder a), van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Lid-Staten de voorwaarden voor onderdanen van derd
...[+++]e landen inzake de toegang tot het grondgebied van de Lid-Staten als een van de aangelegenheden van gemeenschappelijk belang beschouwen ; overwegende dat de teksten die de Raad heeft aangenomen over de toelating van onderdanen van derde landen [3] een gemeenschappelijke politieke wil tot uitdrukking brengen ; overwegende dat het volgen van de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de reeds aangenomen teksten het mogelijk zal maken het concrete effect van de werkzaamheden van de Raad op dit terrein vast te stellen en nuttige gegevens zal opleveren voor zijn toekomstige werkzaamheden ; overwegende dat de Lid-Staten derhalve overeenstemming willen bereiken over de praktische wijze waarop de aangenomen teksten kunnen worden gevolgd, BESLUIT : I. Opstelling van een vragenlijst Het Voorzitterschap zendt jaarlijks aan de Lid-Staten een vragenlijst aan de hand waarvan kan worden vastgesteld welke praktische uitvoering zij hebben gegeven aan de resoluties en de besluiten die de Raad op het gebied van de toelating van onderdanen van derde landen reeds heeft aangenomen.