31. Points out that Parliament welcomed, in principle, the introd
uction of delegated acts in Article 290 TFEU as providing greater scope for oversight, but stresses that the conferral of such delegated powers or implementing powers under Article 291 is never an obligation; recognises that the use of delegated acts should be considered where flexibility and efficiency are needed and cannot be delivered by me
ans of the ordinary legislative procedure, provided that the objective, content, scope and the duration of that delegation are ex
...[+++]plicitly defined and the conditions to which the delegation is subject are clearly laid down in the basic act; expresses concern at the Council’s tendency to insist on using implementing acts for provisions where only the basic act or delegated acts should be used; stresses that the legislator may decide to allow implementing acts to be used only for the adoption of elements which do not amount to further political orientation; recognises that Article 290 explicitly limits the scope of delegated acts to non-essential elements of a legislative act and that delegated acts may not therefore be used in relation to rules essential to the subject matter of the relevant legislation; 31. wijst erop dat het Parlement in beginsel ingenomen is met de door artikel 290 VWEU geboden mogelijkheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, omdat daardoor meer ruimte voor toezicht wordt geboden, maar beklemtoont dat verlening van de bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen of tot vaststelling van uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 291 nooit een verplichting kan zijn; is zich er wel van bewust dat het gebruik van gedelegeerde handelingen in aanmerking komt als flexibiliteit en efficiëntie geboden zijn maar niet via de gewone wetgevingsprocedure gerealiseerd kunnen worden, met dien verstande dat doelstelling, inhoud, toepassingsgebied en looptijd van de bevoegdheidsdelegatie expliciet omschreven moet
...[+++]en zijn en dat de voorwaarden die voor de delegatie gelden duidelijk in de basishandeling neergelegd moeten zijn; heeft kritiek op de gewoonte van de Raad om aan te dringen op uitvoeringshandelingen voor bepalingen waarvoor alleen de basishandeling of gedelegeerde handelingen gebruikt moeten worden; beklemtoont dat de wetgever alleen bij de vaststelling van onderdelen die niet op een nadere politieke invulling neerkomen, kan besluiten dat ze met behulp van uitvoeringshandelingen hun beslag kunnen krijgen; benadrukt dat in artikel 290 uitdrukkelijk is bepaald dat gedelegeerde handelingen slechts betrekking kunnen hebben op niet-essentiële onderdelen van een wetgevingshandeling en dat inhoudelijk essentiële regels daarom niet via gedelegeerde handelingen hun beslag kunnen krijgen;