An aerosol shall be classified in one of the three categories for this Class on the basis of its components, of its chemical heat of combustion and, if applicable, of the results of the foam test (for foam aerosols) and of the ignition distance test and enclosed space test (for spray aerosols) in accordance with Figures 2.3.1(a) to 2.3.1(c) of this Annex and subsections 31.4, 31.5 and 31.6 of Part III of the UN RTDG, Manual of Tests and Criteria.
Aerosolen moeten op basis van de bestanddelen, de chemische verbrandingswarmte, en in voorkomend geval de resultaten van de schuimtest (voor schuimaerosolen) of de ontbrandingsafstandtest en de ontbrandingstest in gesloten ruimte (voor sprayaerosolen) overeenkomstig de figuren 2.3.1 a) tot en met c) van deze bijlage en de punten 31.4, 31.5 en 31.6 van deel III van de UN RTDG, Manual of Tests and Criteria in een van de drie categorieën van deze klasse worden ingedeeld. Aerosolen die niet voldoen aan de criteria voor indeling in categorie 1 of 2 worden ingedeeld in categorie 3.