(i) considers that secularism, defined as the strict separation between religious and political authorities, implies the rejection of any religious interference in the functioning of government and of any public interference in religious affairs except for the purpose of upholding rules of safety and public order (including respect for the freedom of others), and that it guarantees equal liberty of conscience for all, be they believers, agnostics or atheists;
(i) is van mening dat secularisme, in de zin van een strikte scheiding tussen de godsdienstige en politieke autoriteiten, inhoudt dat elke vorm van religieuze inmenging in het functioneren van de overheid en elke vorm van publieke inmenging in religieuze aangelegenheden worden verworpen, tenzij voor de handhaving van de voorschriften op het gebied van veiligheid en openbare orde (inclusief de eerbiediging van de vrijheid van anderen), en dat secularisme voor iedereen (gelovigen, agnosten of atheïsten) in dezelfde mate het recht op vrijheid van geweten waarborgt;