3. Member States shall ensure that each operator of an installation or an aircraft operator monitors and reports the emissions from that installation during each calendar year, or, from 1 January 2010, the aircraft which it operates, to the competent authority after the end of that year in accordance with the regulation referred to in paragraph 1.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat elke exploitant van een installatie of vliegtuigexploitant de emissies die gedurende elk kalenderjaar door die installatie, of, met ingang van 1 januari 2010, door het vliegtuig plaatsvindt, overeenkomstig de in lid 1 bedoelde verordening bewaakt en hierover na het eind van dat jaar aan de bevoegde autoriteit rapporteert.