In case of incremental height adjustment, the first notch where the foot rests stable on the floor shall be chosen; in case of a non-incremental/continuous adjustment of the support leg test device height, the pitch angle of the SFAD shall be increased by 1,5 ± 0,5 degrees due to the height adjustment of the support leg test device.
Bij trapsgewijze hoogteverstelling wordt de eerste stand gekozen waarin de voet stabiel op de vloer staat. Bij niet-trapsgewijze/continu regelbare hoogteverstelling van de steunpootopstelling wordt de hellingshoek van de voorziening voor het uitoefenen van statische krachten vermeerderd met 1,5 ± 0,5° wegens de hoogteaanpassing van de steunpoottestopstelling.