In particular, the second Observatory's report underlines a number of useful elements, namely as regards: - an indication to the existence of different problems, attitudes and behaviour within the SME
sector, eventually calling for adoption of differentiated policy approaches aiming at micro enterprises on the one hand, and small and medium enterprises on the other hand; - a differentiated contribution of SMEs to employment as only micro firms, although severely hit by the recession, have been able to secure some net job creation in 1990-93, these years being characterised by an important reduction in the number of both medium-sized and
...[+++] large enterprises as well as in their employment levels; - the importance to provide appropriate information and counselling, as well as adequate formation and training facilities to smaller and newly created enterprises; - the key role played by SMEs in both product and process innovation and their effectiveness in bringing those innovations to the market; - the importance of the craft trades, which appear particularly capable of absorbing the low skilled unemployed and can act as a breeding place of qualified personnel for non-craft-sectors; - the relevance of Community efforts to provide assistance to enterprises and to promote economic development through transborder and transnational cooperation, namely by means of the INTERREG initiative and other interventions of the Structural Funds; - a tendency towards convergence across the Member States in many elements of the business environment, even if differences in legislation and technical standards as well as difficulties in gaining access to information can still act as major residual barriers to international activities by SMEs; - the need to improve SMEs information on the functioning of the Internal Market and new opportunities opened to them, as well as to assist SMEs in their efforts to anticipate and adapt to industrial change and current mutations in their business ...In het tweede verslag van de Waarnemingspost wordt een aantal nuttige elementen onde
rstreept, zoals met name: - een indicatie van het bestaan van fundamenteel verschillende problemen, attitudes en gedragingen binnen de MKB-sector, hetgeen een recht
vaardiging lijkt te bieden voor de uitstippeling van verschillende beleidslijnen voor micro-ondernemingen enerzijds en kleine en middelgrote ondernemingen anderzijds; - een gedifferentieerde bijdrage van de kleine en middelgrote ondernemingen aan de werkgelegenheid, aangezien alleen micro-o
...[+++]ndernemingen, ook al werden zij zwaar getroffen door de recessie, in staat zijn geweest in 1990-1993 enige nettowerkgelegenheid te verschaffen, terwijl deze jaren door een belangrijke inkrimping zowel van het aantal middelgrote en grote ondernemingen als van hun personeelsbestand werden gekenmerkt; - het belang van adequate voorlichting, advies en opleiding voor kleinere en pas opgerichte ondernemingen; - de essentiële rol die het MKB speelt in de innovatie van produkten en processen en de doeltreffendheid van het MKB om deze innovaties op de markt te brengen; - het belang van de ambachtelijke bedrijven die bijzonder geschikt blijken te zijn om minder geschoolde werklozen op te nemen en voor niet-ambachtelijke sectoren dienst kunnen doen als kweekschool voor gekwalificeerd personeel; - het belang van communautaire inspanningen om bijstand te verlenen aan de ondernemingen en de economische ontwikkeling te bevorderen via grensoverschrijdende en transnationale samenwerking, met name door middel van het INTERREG-initiatief en andere acties van de structuurfondsen; - een tendens naar convergentie in de Lid-Staten met betrekking tot talrijke aspecten van het ondernemingsklimaat, ook al kunnen verschillen in wetgeving en technische normen en moeilijkheden om toegang te krijgen tot informatie nog belangrijke hinderpalen vormen voor de internationale activiteiten van het MKB; - de noodzaak om de voorlichting van het MKB over de werking van ...