WHEREAS THE MEMBER STATES ARE CONTRACTING PARTIES TO THE CONVENTION ON THE VALUATION OF GOODS FOR CUSTOMS PURPOSES , WHICH WAS SIGNED AT BRUSSELS ON 15 DECEMBER 1950 AND ENTERED INTO FORCE ON 28 JULY 1953 : WHEREAS THIS CONVENTION TAKES INTO ACCOUNT THE PRINCIPLES OF VALUATION SET OUT IN THE GENERAL AGREEMENT ON TARIFFS AND TRADE ( GATT ) ; WHEREAS A DEFINITION OF VALUE AND INTERPRETATIVE NOTES ARE ANNEXED TO THE CONVENTION AND WHEREAS THOSE ANNEXES FORM AN INTEGRAL PART OF THE CONVENTION ;
Overwegende dat de Lid-Staten partij zijn bij het Verdrag nopens de waarde van goederen in douanezaken , dat op 15 december 1950 te Brussel is ondertekend en op 28 juli 1953 in werking is getreden ; dat dit Verdrag rekening houdt met de beginselen van de waardebepaling , zoals opgenomen in de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel ( G.A.T.T . ) ; dat aan het Verdrag nopens de waarde van goederen in douanezaken als bijlagen zijn toegevoegd een Definitie van de waarde in douanezaken en Noten voor de interpretatie en dat deze bijlagen een integrerend deel uitmaken van laatstgenoemd Verdrag ;