The Council and the Commission state that the first indent of Article 4, point (c): - applies to any provider of conditional access serv
ices operating on a cable, terrestrial or satellite broadcasting network in relation to broadcasters who have access to that network under the national procedures in force and wish to benefit from that conditional access service; - does not seek to impose an obligation to offer to any broadcaster access for television serv
ices to packages or tiers of television services configured and/or administered
...[+++] by the provider, or services involving transparent distribution to subscribers; - only requires Member States to ensure that broadcasters may have access to conditional access services and that the obligation in Article 4, point (c) does not extend to the underlying network."De Raad en de Commissie verklaren dat artikel 4, onder c), eerste streepje : - van toepassing is op een ieder die een voorwaardelijke toegangsdiens
t verstrekt via een kabel-, bodem- of satellietverspreidingsnet ten aanzien van omroepen die volgens de geldende nationale procedures toegang hebben tot dat net en gebruik wensen te maken van die voorwaardelijke
toegangsdienst ; - niet de verplichting inhoudt dat aan iedere omroep toegang moet worden geboden, voor televisiediensten, door de leverancier samengestelde en/of beheerde blokken
...[+++] of niveaus van televisiediensten of diensten die een voor de abonnees transparante distributie inhouden ; - slechts van de Lid-Staten verlangt dat zij zich ervan gewissen dat de omroepen toegang kunnen krijgen tot de voorwaardelijke toegangsdiensten en dat de in artikel 4, onder c), bedoelde verplichting zich niet uitstrekt tot het onderliggende net.