In support of this, they refer, on the one hand, to the unique position of the Dutch ceramic industry using the allegedly more energy intensive wet clay as a raw material and, on the other hand, to the allegedly disadvantaged tax position of Dutch producers vis-à-vis competing ceramic producers in surrounding countries.
Ter onderbouwing van deze stelling verwijzen zij enerzijds naar de bijzondere positie van de Nederlandse keramische industrie waar de beweerdelijk meer energie-intensieve natte klei als grondstof wordt gebruikt en, anderzijds, wegens de beweerdelijk nadelige positie van de Nederlandse producenten ten opzichte van concurrerende keramiekproducenten in de omringende landen.