Thus, with regard to banned or
severely restricted chemicals, Article 5(1) to (3)
of the Convention provides, in essence, that, when a Party to the Convention has adopted a final regulatory action – defined by Article 2(e) of the Convention as ‘an action taken by a Party, that does not require subsequent regulatory action by that Party, the purpose of which is to ban or severely restrict a chemical’, it must as soon as possible give written notice of such action to the Secretariat established by the Convention, which must then verify whether the notificat
...[+++]ion contains the information required in Annex I to the Convention, concerning in particular the identification of the chemical in question, its physical and chemical, toxicological and ecotoxicological properties and the reasons for the final regulatory action relevant to human health or the environment.5 Zo bepaalt artikel 5, leden 1 tot en met 3, van het Verdrag van Rotterdam met betrekking tot verboden of aan strenge bepe
rkingen onderworpen chemische stoffen in wezen, dat een partij bij dit verdrag die definitieve regelgeving heeft vastgesteld – wat in artikel 2, sub e, van dit verdrag wordt omschreven als „door een partij vastgestelde regelgeving die geen verdere regelgeving van die partij behoeft, met als doel een chemische stof te verbieden of het gebruik ervan aan strenge beperkingen te onderwerpen” –, dit zo snel mogelijk ter kennis brengt van het bij het Verdrag van Rotterdam ingestelde secretariaat, dat vervolgens onderzoekt o
...[+++]f de ontvangen kennisgeving alle in bijlage I bij dit verdrag bedoelde gegevens bevat, die met name betrekking hebben op de identificatie van de betrokken chemische stof en haar fysisch-chemische, toxicologische en ecotoxicologische eigenschappen, alsmede op de redenen voor de vaststelling van de definitieve regelgeving die verband houden met de gezondheid van de mens of het milieu.