With a view to ensuring that resources are used efficiently, it is also vital that Member States enjoy a certain degree of flexibility and that they are able – by way of exemptions – to take the territorial disparities that exist in the EU into account. The rigid imposition of uniform conditions concerning maximum length of vehicle combinations, permitted speeds or traffic density on corridors throughout the EU, without regard for territorial specificities, is not necessarily the most effective solution.
Verder moeten de lidstaten met het oog op een doeltreffende aanwending van middelen de nodige flexibiliteit krijgen en moeten zij – met behulp van uitzonderingen – rekening kunnen houden met de territoriale verschillen binnen de EU. Wanneer de corridors in de hele EU zonder oog voor de specifieke territoriale omstandigheden moeten voldoen aan rigide, uniforme voorschriften betreffende de maximale lengte van treinen, maximumsnelheden en de maximumkrachten op het spoor, zal niet altijd de meest optimale oplossing worden gekozen.