Member States shall recognise as eligible counterparties for the purposes of this Article national Governments and their corresponding offices, international and supranational institutions and organisations, investment firms, credit institutions, insurance companies, UCITS management companies, pension fund management companies, undertakings exempted from the application of this Directive under Articles 2(1)(f), (i) and (j), or any other authorised or regulated financial intermediary considered as such by Community legislation, but excluding UCITS and pension funds.
3. Voor de toepassing van dit artikel erkennen de lidstaten als ervaren tegenpartijen nationale regeringen en de overeenkomstige diensten, internationale en supranationale instellingen en organisaties, beleggingsondernemingen, kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, icbe-beheermaatschappijen en beheermaatschappijen van pensioenfondsen, ondernemingen die van toepassing van deze richtlijn vrijgesteld zijn volgens artikel 2, lid 1, letters f), i) en j) en alle andere vergunninghoudende of onder toezicht staande financiële intermediairs die uit hoofde van het Gemeenschapsrecht als zodanig worden aangemerkt.